DE LEEUW LOONBEDRIJF & CONTAINERVERHUUR (Lienden)

DE LEEUW LOONBEDRIJF & CONTAINERVERHUUR (Lienden)

LOONBEDRIJF

De Leeuw verzorgt nagenoeg alle voorkomende agrarisch loonwerkzaamheden. Hierbij kunt u denken aan ploegen, zaaiklaar maken (rotoreggen), zaaien, bemesten, onkruidbestrijding, gras maaien/schudden/harken, gras hakselen, gras persen en wikkelen, gras kuilen met opraapsnijwagen, mais hakselen, greppels frezen, klepelen van slootkanten e.d.

ZAND, GRIND & BESTRATING

De Leeuw Lienden levert diverse soorten zand,grind en (sier-)split, direct uit voorraad. Ook is er een grote voorraad van zowel nieuw als gebruikt bestratingsmateriaal.

CONTAINERVERHUUR

Voor de afvoer van puin, bouw- en sloopafval, hout, groenafval, grond e.d. huurt u gemakkelijk een container bij de Leeuw Lienden.

Rijndijk 15 A  Lienden

(0344) 604 886

WEBSITE

Wilde Peen

Wilde Peen

De Wilde peen heeft als latijnse naam Daucus carota. Waar je de wilde peen makkelijk te herkennen is het rode tot zwart-purperachtige bloemetje wat in het midden staat van de witte (soms wat roze). een schermbloemige (Umbelliferae of Apiaceae). Zoals de naam al een beetje doet vermoeden heeft deze inheemse plant een relatie met de bekende oranje wortel, de geur van de wortel is identiek aan de “gewone” wortel, we kunnen de Wilde Peen gerust de Oerwortel noemen. De Wilde peen is eetbaar, zaai ze halverwege april, je kunt ze dan oogsten in oktober (Let op!, ze zijn dan erg dun en zijn wat bitterder dan de “gewone” wortel. De Friese naam is Wylde woartel, in het Engels Wild Carrot, op zijn Frans Carotte sauvage, en op zijn Duits Wilde Möhre. De Latijnse naam Daucus carota heeft zijn naamgeving te danken aan dat Daucus is afgeleid van de oude Griekse naam daucus wat wortel betekend of het woord is afgeleid van het Griekse daioo (wat verdelen of delen betekend), misschien omdat je grote wortels in stukken te snijd voor je ze eet. Carota betekent saffraankleurig. Vroeger was de naam van de Wilde peen Wilde wortel, nu vaak de naam vogelnestje. De naam vogelnestje heeft alles te maken met de vorm van het bloemenscherm, deze heeft namelijk de vorm van een vogelnestje (voordat de Wilde peen gaat bloeien). De Wilde peen staat graag op een zonnige plek en het liefst in een kalkhoudende grond (dat is de reden dat je hem veel in de Betuwe tegenkomt). De Wilde peen trekt ontzettend veel insecten en vlinders aan. De Koninginnenpage zetten hun eitjes er op af en de rupsen eten er lekker van.

Filmpje Wilde Peen

Wikipedia:

Wilde peen (Daucus carota), ook wel vogelnestje genoemd, is een plant uit de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). De plant komt algemeen voor in de Benelux.

De plant onderscheidt zich van de bekende oranjegele wortel of waspeen (Daucus carota subsp. sativa) door zijn penwortel die wit, vertakt en minder vlezig is. De geur van de wortel is echter onmiskenbaar. Wilde peen komt voor in droge graslandenbermendijken en duinen. De plant wordt 30-90 cm hoog.

Wilde peen is een tweejarige plant. De soort heeft koude nodig voor ze kan bloeien (dit heet stratificatie). In het tweede jaar, na de winter, gebruikt de plant de opgeslagen voedingsstoffen uit de wortel voor de verdere groei en ontwikkeling. De soort bloeit in juni tot de herfst met schermen. Het scherm bestaat uit vele stralen, waarvan de buitenste bij rijping in de vorm van een “vogelnestje” naar binnen zijn gebogen.

De bloemetjes zijn wit of roze met in het midden van het scherm vaak een plukje zwart-purperachtig. De elliptische splitvrucht is 2-3 mm lang, die met vier rijen lange aan de top hakige stekels bezet is. De plant is stijf behaard en de bladeren zijn twee- tot drievoudig geveerd. De plant is rijk aan caroteen en vitamine B.

Foto genomen:  1 augustus 2015


Deze upload is ingediend door Wander van Laar, Buitenmens met passie voor groen.

Gewone berenklauw

Gewone berenklauw

De gewone berenklauw (Heracleum sphondylium) is een wit bloeiende wilde plant die behoort tot de schermbloemige. De gewone berenklauw kom je in de Betuwe veel tegen, vooral bij dijken (stikstofrijke, vochtige grond zowel in de volle zon als in halfschaduw). De jonge stengels kun je eten.

Filmpje van de gewone berenklauw (Heracleum sphondylium)

Wikipedia:

De gewone berenklauw (Heracleum sphondylium) behoort tot de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). De plant komt van nature voor in Europa.

Het is een 90-150 cm hoge (met uitschieters tot twee meter), vaste plant, die veel langs dijken en wegen en in hooilanden voorkomt. De plant is ruw behaard en heeft drievoudig gevind tot vinspletige bladeren. De stengel is kantig en gegroefd. De gewone berenklauw bloeit van juni tot oktober met witte bloemen in veelstralige schermen. Het onderstandige vruchtbeginsel is tweehokkig met twee stijlen. De stijlen hebben een kussentje aan de voet. De gevleugelde vrucht is een tweedelige splitvrucht met eenzadige deelvruchtjes.

De gewone berenklauw komt vooral voor op stikstofrijke, vochtige grond zowel in de volle zon als in halfschaduw. De plant groeit op grasland, bosschages, in bossen en in onkruidvegetaties.

ls gesproken wordt over de berenklauw wordt vaak gedoeld op de invasieve exoten, de reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) en Sosnowsky’s berenklauw (Heracleum sosnowskyi), waarvan het sap ernstige gevolgen kan hebben als het op de huid komt.

In RuslandEstlandLetland en Litouwen worden de stengels in de zon te drogen gelegd. Op de stengel vormen zich dan zoete, witte kristallen. De 15-20 cm lange, jonge stengels kunnen gegeten worden en smaken naar een combinatie van zoete komkommerkokosnoot en mandarijntjes. De stengels moeten geplukt worden voordat het blad zich gaat ontvouwen. Oudere stengels kunnen geschild gegeten worden. Bij het schillen moeten dan wel handschoenen gedragen worden om huidirritatie te voorkomen. De grote, aromatische bloemknoppen zijn van mei tot augustus rauw te gebruiken in salades. De zaden van de kleine of gewone berenklauw zijn ook te gebruiken. De smaak is enigszins vergelijkbaar met die van kardemom: bergamot, citroen en kamfer. Te gebruiken bij koken maar ook gemalen in salades.

Foto genomen; woensdag ‎24 ‎september ‎2014


Deze upload is ingediend door Wander van Laar, Buitenmens met passie voor groen.

Akkerdistel

Akkerdistel

De akkerdistel (Cirsium arvense) is een in Nederland veel voorkomende distel (vederdistel). Een echte hommel en bijenplant, daarnaast zijn vinken, groenlingen en de putters er ook dol op.

De akkerdistel kom je vooral tegen op open, vochtige, zeer voedselrijke, omgewerkte grond.

Wilt u een filmpje bekijken van de Akkerdistel, klik dan op; FILMPJE

6 augustus 2019 – Buurtschap Aalst (Lienden)


Deze upload is ingediend door Wander van Laar, Buitenmens met passie voor groen.

Kraailook

Kraailook

Vanaf juni tot in september kun je grappige bolletjes tegen komen op lange groene stengeltjes. In het begin paars-groene tot wijnrode bolletjes met kleine lila-roze bloemetjes en later donker paarsrode bolletjes met groene sprietjes erop (kop met haar).

Dit grappige plantje is Kraailook (wilde uitjes) of zoals ik het vroeger noemde uiengras. Al vroeg in het voorjaar verschijnen de frisgroene stengeltjes (blad) boven de grond. Ik zou zeggen, proef het eens, de smaak heeft een beetje weg van bieslook, maar is wat scherper en pittiger.

Kraailook, komt in de Betuwe vooral voor op dijkhellingen en in de uiterwaarden. Kraailook staat graag op een zonnige tot een licht beschaduwde plek. De grond mag wat vochthoudend zijn, liefst voedselrijk en kalkrijk (vandaar dat je dit plantje in de klei kunt vinden). In het vroege voorjaar vallen ze ook op, want kraailook groeit in het voorjaar harder dan het gras.

In het Fries heet dit plantje Wylde sipel, in het Frans Ail des vignes, in het Engels Wild garlic, Crow Garlic, Wild Onion, in het Duits Weinberg-Lauch en in het Latijns Allium vineale

De naam Allium komt van het Griekse aglis, dat is ontstaan uit glis (iets kroms of rond), dat verwijst naar de bol van de looksoorten. Allium zou echter ook afkomstig kunnen zijn van het Keltische all, wat warm, scherp of brandend betekend. Vineale betekent wijnachtig of wijnkleurig (dit verwijst naar de wijnrode bloembolletjes of broedbolletjes).
De ondergrondse uienbol van Kraailook is eetbaar, maar ook het blad kan in de keuken gebruikt worden, bijvoorbeeld in soep, over aardappelen gestrooid of in een salade verwerkt (wel het jonge blad gebruiken, met name in het vroege voorjaar, oude blad / stengels worden hard en taai).De gewone melkdistel kan tot 1,5 meter hoog worden en bloeit met gele bloemen vanaf juli tot de eerste nachtvorsten. De gewone melkdistel groeit het liefst op zonnige, vochtige plekken en in een voedselrijke grond.

De gewone melkdistel kom je vooral langs de sloot tegen (je komt ze ook wel tegen in moestuinen, vaak in de buurt van de composthoop).

De stengels van de gewone melkdistel zijn hol.


Deze upload is ingediend door Wander van Laar, Buitenmens met passie voor groen.

Akkerwinde (pispotje)

Akkerwinde (pispotje)

Akkerwinde

De akkerwinde (Convolvulus arvensis) is een klimplantje uit de windefamilie. De Akkerwinde kom je vooral langs wegen en paden tegen, de grond is hier wat vast en daar houd deze woekeraar van. De stengels winden zich tegen de wijzers van de klok in om dingen heen.

De bloemen zijn rond de 3 cm groot en geuren heerlijk. Van begin juni tot ver in de herfst staan ze in bloei (juli de meeste bloemen). Soms zijn ze helemaal wit, soms wit met roze en een andere keer zijn ze helemaal roze (per plant verschillend).

filmpje akkerwinde

 


Deze upload is ingediend door Wander van Laar – Buitenmens met passie voor groen.

Smalle aster

Smalle aster

De Smalle aster (Aster lanceolatus) kom je vooral op vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond tegen en dat vooral op een zonnige plek. Deze Aster kent zijn oorsprong in Noord-Amerika, maar is hier al vele jaren verwilderd. Deze wit bloeiende aster is op zijn mooist in de maanden juli en augustus.

Deze inheemse plant kwam ik op de rijndijk in Aalst (Lienden) tegen (dijkvlak Bomenman Lienden).

Filmpje smalle aster

 


Deze upload is ingediend door Wander van Laar – Buitenmens met passie voor groen.

Speerdistel

Speerdistel

De speerdistel vormt een bladrozet, in het voorjaar komen de stengels die uiteindelijk tussen de 60 tot 120 cm hoog worden. De onderzijde van het blad is spinnenweb-achtig behaard. Het blad heeft wat weg van een speer en hebben een omgerolde rand. De speerdistel bloeit met 3 tot 5 cm grote paarse bloemen. De bloei van de speerdistel duurt van juni tot eind september.

De speerdistel heeft scherpe en grote stekels. De speerdistel komt voor in weilanden, bermen en op dijken. De speerdistel is ook als sierplant in gebruik. De speerdistel is rijk aan nectar en wordt graag bezocht door de bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen. De Distelvink (Puttertje) is dol op het zaad.

filmpje speerdistel

 


Deze upload is ingediend door Wander van Laar – Buitenmens met passie voor groen.

Hazenpootje

Hazenpootje

Hazenpootje

Latijnse naam Trifolium arvense, in het Fries Mûzeklaver, in het Duits Hasen-Klee en de Engelse naam is rabbitfoot clover.

De bloemhoofdjes (vruchthoofdje) van dit grappige wilde plantje staan op lange stelen. De zacht grijze haren van deze bloemhoofdjes hebben veel weg van de pootjes van konijnen of hazen.

Het Hazenpootje komt vooral op droge zandgrond voor die kalkarm en zuur is. Ook staat het Hazenpootje graag op plekken waar gerommeld wordt of die regelmatig gemaaid worden zoals randen van bermen en langs spoorwegen.

Het Hazenpootje wordt vaak niet hoger dan 10 cm (groeit vaak plat) en als je de bloemhoofdjes van dichtbij bekijkt zie je o.a. wit, rood, roze en grijze kleuren.

Het Hazenpootje bloeit vanaf half juni tot in september.

Het Hazenpootje heb ik gefilmd (filmpje) bij een sluisje in de Oude Rijn aan de dijk buurtschap Aalst (Lienden). Het sluisje is een paar jaar geleden geplaatst en de directe omgeving is zanderig. Komt in de Betuwe nauwelijks voor.


Deze upload is ingediend door Wander van Laar – Buitenmens met passie voor groen.